verhalenverteller Melanie Plag

Van alle dieren op de boerderij staat Hendrik Haan iedere dag als eerste op. Wanneer het nét licht begint te worden en de andere dieren nog slapen, fladdert hij naar het hoogste punt van het dak. Als de zon dan boven de bomen tevoorschijn komt, roept hij: "Kukeleku! Wakker worden allemaal! De dag is begonnen!".
Maar op een dag is hij niet de eerste. Wanneer hij wakker wordt, loopt Kaatje Kip, zijn lieve vrouwtje, druk kakelend door het kippenhok.

Wat is er aan de hand? Waarom is ze zo vroeg wakker? En waarom maakt ze zo'n kabaal? "Ik heb een ei gelegd!" kakelt ze zodra Hendrik zijn ogen open doet. "Een ei? Moet je me daarom wakker maken?" zegt Hendrik. "Je legt toch iedere dag een ei?" "Dit is geen gewoon ei," zegt Kaatje, "dit is een héél bijzonder ei." Hendrik kijkt. Het ei ziet er net zo uit als altijd, glimmend en wit, niks bijzonders. Kaatje gaat voorzichtig op het ei zitten. "In dit ei zit een kuiken, Hendrik. We krijgen een kindje!"
Nu begrijpt Hendrik waarom Kaatje zo'n drukte maakt. Hij voelt hoe hij helemaal warm wordt van binnen. Hij wordt vader! Hij is heel blij met dat nieuws. Als Hendrik even later op het dak klimt, roept hij: "Kukeleku! Wakker worden! Kaatje heeft een ei met een kuiken gelegd. We krijgen een kindje!"

De dag erna legt Kaatje nog zo'n bijzonder ei. En de dag daarna nog een. En nog een en nog een. Vijf eieren legt ze, elk met een kuikentje erin. Ze houdt ze lekker warm. Ze gaat er voorzichtig op zitten en wacht tot de kuikentjes eruit zullen komen. Ze wacht en wacht en wacht. De hele dag en de hele nacht. Maar er gebeurt... niks! Geen barstje, geen scheurtje, geen gaatje. Helemaal niks.
Het is nu al meer dan twee weken geleden dat ze het eerste ei heeft gelegd. Al meer dan vijftien dagen zit ze op haar nest en er is nog geen kuikentje te zien. Hendrik Haan houdt het niet meer vol. Het wachten duurt zó lang. "Kukeleku," kraait hij, "dit klopt niet! De kuikens komen er niet uit. Ik ga hulp halen." Kaatje Kip mompelt dat het niet nodig is, maar Hendrik rent het hok al uit, naar buiten, naar het weiland.

Petra Paard hinnikt zachtjes wanneer ze Hendrik op het hek van het weiland ziet zitten. "Hihihi, Hendrik, goedemorgen! Wat doe jij nou hier in de wei? Moet je niet op het dak zitten kraaien?" "Ach, Petra," zegt Hendrik, "ik heb goede raad nodig voor onze kuikenkinderen. Vertel eens, wat doe jij als je een kindje hebt?" "Rennen," zegt Petra het paard, "dat vinden de jonkies leuk en is ook nog eens gezond. Een rondje rennen is altijd goed," en ze rent het weiland in, alsof ze wil laten zien wat ze bedoelt.
Hendrik fladdert zo snel mogelijk terug naar het kippenhok. "Kaatje, ik weet wat we moeten doen: rennen met onze jongen!" Hij pakt een van de eieren uit het nest, stopt die onder zijn vleugel, hupt het hok uit en rent er een rondje mee. "Kijk je wel uit!" kakelt Kaatje, "straks breekt het nog! Moet dat nou?" "Ja zeker," zegt Hendrik, "dat heeft Petra me gezegd: een rondje rennen is altijd goed." Voorzichtig legt hij het ei terug en pakt het volgende. En zo rent hij één voor één met ieder ei een rondje over het erf.

Als alle eieren aan de beurt zijn geweest gaat Kaatje Kip er gauw weer op zitten. Ze houdt ze warm en wacht en wacht en wacht. De hele dag en de hele nacht. Maar er gebeurt... niks! Geen barstje, geen scheurtje, geen gaatje. Helemaal niks.
"Kukeleku," kraait Hendrik Haan wanneer hij wakker wordt, "dit klopt niet! De kuikens komen er niet uit. Ik ga iemand anders om hulp vragen."

Hendrik gaat naar Klara Koe. Klara ligt slaperig te kauwen in het gras. "Boehoe, dag Hendrik, wat maak je een drukte jongen. Is alles wel goed met je?" "Nee, helemaal niet!" kraait Hendrik. "De kuikens komen niet uit. Zeg eens, Klara, als jij een kalfje hebt, hoe zorg je er dan voor?" "Ik geef het goed te eten," zegt Klara smakkend, "melk en gras natuurlijk, maar vooral ook klaver. Klaver zit vol vitaminen, dat is goed voor ze." "Klaver?" vraagt Hendrik, "Wat is dat?" "Net zoiets als gras, maar dan met van die blaadjes," zegt Klara en ze wijst hem de klaverblaadjes aan in het gras. Gauw pikt Hendrik een paar van die blaadjes uit de grond en gaat ermee naar Kaatje en de eieren.
"Wat is dat nou voor rommel in mijn nest," moppert Kaatje, "al die blaadjes?" "Dat is klaver," zegt Hendrik, "en dat is goed voor de kuikens, want het zit vol met vitaminen. Dat heeft Klara Koe me verteld." Kaatje vindt het maar raar, maar laat de blaadjes toch maar liggen. Ze spreidt haar vleugels weer lekker warm uit over de eieren en wacht en wacht en wacht. De hele dag en de hele nacht. Maar er gebeurt... niks! Geen barstje, geen scheurtje, geen gaatje. Helemaal niks.
"Kukeleku," kraait Hendrik Haan wanneer hij wakker wordt. "dit klopt niet! De kuikens komen er niet uit. We moeten iets doen!" En weg rent hij, om een ander dier te zoeken dat kan helpen.

Bij de stal blijft Hendrik staan. Het stinkt er. In een modderpoel neemt Vera Varken net haar ochtendbad. "Hé Hendrik," knort Vera, "wat doe jij nou hier?" "Ik kom je wat vragen," zegt Hendrik. "Jij hebt al zoveel kinderen gehad. Hoe zorg jij eigenlijk voor ze?" "Oh," knort Vera, "dat is niet zo moeilijk. Iedere dag een modderbadje en dan komt alles goed," en ze rolt zich nog eens lekker om.
Hendrik haast zich terug naar het kippenhok. "Kaatje, we moeten de eieren een modderbadje geven, dan komt het wel goed." "Toktoktok, geen sprake van!" kakelt Kaatje boos. "Mijn mooie witte eieren in een vies modderbad? Ben je nou helemaal gek geworden?" Kaatje verbergt de eieren nog beter onder haar vleugels en wacht en wacht en wacht. De hele dag en de hele nacht. Maar er gebeurt... niks! Geen barstje, geen scheurtje, geen gaatje. Helemaal niks.
"Kukeleku," kraait Hendrik Haan wanneer hij wakker wordt. "dit klopt niet! De kuikens komen er niet uit. Hoe doen de andere dieren dat toch met hun jongen? Wie kan ik het nog vragen?"

Terwijl Kaatje Kip rustig blijft zitten op haar eieren, gaat Hendrik weer op stap. Hij komt bij Saar het Schaap. "Bèèh, hallo Hendrik," zegt Saar en staart hem aan. "Hallo Saar," zegt Hendrik, "zeg eens, als jij lammetjes hebt, hoe zorg je dan voor ze?" Saar kijkt hem aan en denkt na. "Bèèh, niks bijzonders hoor, ik hou ze lekker warm met mijn wol." "Wol..." stamelt Hendrik, "... Kaatje heeft geen wol om haar eieren warm te houden." "Je mag wel wat van mij hebben hoor," zegt Saar en ze geeft hem een paar plukjes wol uit haar dikke vacht.
Tevreden fladdert Hendrik terug naar Kaatje. "Kijk eens Kaatje, wol om de eieren lekker warm te houden!" "Denk je dat mijn veren niet warm genoeg zijn?" zegt Kaatje. "Ach we kunnen het in ieder geval proberen. Leg het er maar bij." Voorzichtig tilt ze haar vleugels een stukje op, zodat Hendrik de wol over de eieren kan leggen. Daarna gaat Kaatje weer lekker zitten en wacht en wacht en wacht. De hele dag en de hele nacht. Maar er gebeurt... niks! Geen barstje, geen scheurtje, geen gaatje. Helemaal niks.
"Kukeleku," kraait Hendrik Haan wanneer hij wakker wordt. "dit klopt niet! De kuikens komen er niet uit. Ik word er helemaal gek van!" En hij rent het kippenhok uit.

Op het erf botst hij bijna tegen Snuf, de waakhond van de boer. Snuf kwispelt vrolijk met zijn staart. "Woef, Hendrik! Wat kijk je sip. Kan het niet wat vrolijker?" "Ik maak me zo'n zorgen over onze kuikens," zegt Hendrik. "Zeg Snuf, vertel eens, wat doe jij altijd met je jonkies?" "Ik lik ze altijd schoon," zegt Snuf. "dat vinden ze heel fijn." "Bedankt Snuf," zegt Hendrik en gaat snel terug naar Kaatje om te vertellen wat Snuf heeft gezegd. Kaatje vindt het wel een beetje gek, maar toch gaan ze aan de slag. Met hun kleine kippetongetjes likken Hendrik en Kaatje alle eieren zo schoon dat ze glimmen. En dan gaat Kaatje er gauw weer op zitten en wacht en wacht en wacht. De hele dag en de hele nacht. Maar er gebeurt... niks! Geen barstje, geen scheurtje, geen gaatje. Helemaal niks.
"Kukeleku," kraait Hendrik Haan wanneer hij wakker wordt. "dit klopt niet! De kuikens komen er niet uit. Maar ik weet iets: ik ga naar Eddie. Die weet alles over eieren!"

Hendrik loopt naar de sloot naar zijn vriend Eddie Eend. Eddie en zijn vrouw hebben ieder jaar prachtige donzige kuikentjes. "Wat doen jullie toch om zulke mooie kuikens te krijgen?" vraagt Hendrik aan de eend. "Hahaha," kwaakt Eddie, "helemaal niets!" "Niets?" vraagt Hendrik verbaasd. "Helemaal niets! Je moet gewoon wachten. Heel lang wachten. En op een dag komen de kuikens uit." Hendrik kan het niet geloven. "Echt waar?" vraagt hij, want Eddie is een grapjas. "Ja hoor, makkelijker kan het niet," zegt Eddie en lachend en kwakend zwemt hij weg.

Hendrik vertelt Kaatje wat hij van Eddie heeft gehoord. "We hoeven helemaal niets te doen," zegt hij. "Dat zei ik toch al," kakelt Kaatje en gaat nog eens recht zitten op haar eieren. En ze wacht en wacht en wacht. De hele dag en bijna de hele nacht. Maar dan... vlak voordat het licht wordt, hoort ze wat. "Tik, tik, tik." En dan: "Krak, krak, krak." En "Piep, piep, piep." Een heel klein, donzig, geel kuikentje komt te voorschijn uit een ei. En terwijl Kaatje er verbaasd naar zit te kijken, komt er nog een uit het volgende ei, en dan nog een en nog een en nog een. Totdat er vijf piepkleine, donzige, gele kuikentjes zitten te piepen onder de vleugels van Kaatje. Als Hendrik wakker wordt, kijkt hij zijn ogen uit. Wat een lieve kuikentjes, wat een mooie kinderen. Hij is zó trots! Hij vliegt gauw het dak op en als de zon opkomt kraait hij, zoals hij nog nooit gekraaid heeft: "KUKELEKUUU! Kom kijken! De kuikens zijn uit het ei gekomen. Kukeleku!" En die dag komen alle dieren van de boerderij op bezoek om te kijken naar die piepkleine, donzige, gele kuikentjes van Hendrik Haan en Kaatje Kip.

© Babboes 2013

Hendrik Haan en Kaatje Kip is geschreven door Melanie Plag. Je mag het gebruiken om te vertellen in huiselijke kring, op school of in kinderopvang. Gebruik voor een commerciële voorstelling of schriftelijke reproductie (digitaal of gedrukt) is niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Babboes.


Inkorten voor peuters

Voor peuters is het verhaal aan de lange kant. Je kunt het gemakkelijk inkorten door een paar dieren weg te laten, bijvoorbeeld het paard en de hond.

Flanelbord

Hendrik Haan en Kaatje Kip kun je uitsteken vertellen met behulp van een flanelbord. Onderstaande afbeeldingen kun je gebruiken als patroon om de dieren van vilt te maken. Klik op het plaatje voor een patroon op ware grootte, dat je kunt opslaan en printen.

Om je te helpen maakte ik een speciale versie van de tekst met aanwijzingen voor het flanelbord. (klik op de link om te downloaden).

 

 Patroon boerderijdieren Patroon boerderijdieren Patroon boerderijdieren Patroon boerderijdieren Patroon boerderijdieren