verhalenverteller Melanie Plag

Lang geleden leefde er eens een schilder. Hij was beroemd, omdat de dieren op zijn schilderijen net echt leken. Als hij een vogel schilderde, dan durfde je niet dichtbij het schilderij te komen, omdat de vogel dan misschien wel weg zou vliegen. En bij een schilderij van een wolf was je bang dat hij je zou bijten. Zo echt. De mensen kochten de schilderijen voor veel geld.

Niet iedereen kon zo'n schilderij betalen. Maar voor één zilverstuk, mocht je in het atelier van de schilder komen kijken hoe hij een schilderij maakte. Dat was heel bijzonder: hij schilderde namelijk ontzettend snel. De schilder pakte zijn kwast, doopte die in de verf en - wiesj, wasj, woesj - binnen een minuut stond er een levensechte olifant op het doek. Zoiets hadden de mensen nog nooit gezien. Met tientallen tegelijk kwamen ze op bezoek om hem aan het werk te zien. De schilder verdiende er goed aan.

Maar de schilder was niet tevreden. Hij wist zeker dat hij het nog beter kon. Nog sneller. HIj gebruikte steeds zijn rechterhand... als hij nou ook eens met zijn linkerhand kon schilderen? HIj oefende en oefende totdat hij met allebei zijn handen even goed kon schilderen. Tegelijkertijd! Hij maakte bekend dat hij nu nog sneller kon schilderen. Wel honderd mensen kwamen naar zijn atelier en betaalden allemaal een zilverstuk om het te zien. De schilder pakte in iedere hand een kwast, doopte die in de verf en - wiesj, wasj, woesj - binnen een minuut waren er twee schilderijen klaar: een met een giraffe en een met een krokodil. Ongelooflijk!

De schilder wist zeker dat niemand anders dit zo goed kon als hij. "Wie sneller dieren kan schilderen dan ik, krijgt van mij tien goudstukken!" riep hij. Iedere dag kwamen er honderden mensen kijken naar zijn kunststukje. En af en toe waren er andere schilders die het ook wel eens wilden proberen. Maar hun schilderijen leken nergens op. Of ze maakten er maar een tegelijk. Of veel te langzaam. De toekijkende mensen lachtten ze uit en de schilder joeg ze zijn atelier uit. Trots stak hij zijn hoofd omhoog. Niemand kon hem verslaan!

Op een dag was het druk in het atelier. De schilder haalde de zilverstukken op bij de mensen die kwamen kijken. Het was zo vol, dat er zelfs mensen buiten voor het raam moesten staan. De schilder maakte zich klaar. HIj zette twee lege doeken neer. Hij trok zijn schort aan. Hij haalde diep adem. Hij doopte de kwasten in de verf en... wiesj, wasj, woesj: een tijger en een leeuw! In nog geen halve minuut! De mensen applaudiseerden. De mensen joelden. Maar toen stapte er een kleine jongen naar voren: "Dat kan ik beter!"

De schilder keek de jongen verbaasd aan. Zo'n kleine jongen? Die kon toch niet eens schilderen? En zeker niet zo snel als hij. Hij geloofde er niks van. Maar hij wilde het kind ook niet teleurstellen. HIj glimlachte: "Vooruit, probeer het maar," en hij zette een leeg doek voor de jongen neer.
Het werd muisstil. Alle mensen, binnen en buiten, keken naar de kleine jongen. De jongen haalde diep adem. Hij stak al zijn vingers in een pot met roze verf en - woesj - zette tien roze kronkelige strepen op het doek. "Klaar! Tien regenwormen, meneer. Dat zijn tien dieren in minder dan tien tellen!"

De mensen begonnen te lachen. Die jongen had gelijk. Wormen waren toch ook dieren? En ze leken best echt. Hij had de schilder verslagen. Ze begonnen te roepen: "Die jongen heeft de goudstukken verdiend! Geef hem de goudstukken!" De schilder begreep dat de jongen hem te slim af was geweest en gaf hem het goud.

Voortaan werkte de schilder weer alleen in zijn atelier. Zijn schilderijen waren nog steeds heel erg mooi en werden goed verkocht, maar hij schepte er niet meer zo over op.
En de jongen? Dat weet niemand. Misschien is hij later ook wel schilder geworden. Maar misschien ook wel iets heel anders. Wat denk jij?

Schilder uitsnede

Dit verhaal is gebaseerd op een Viëtnamees volksverhaal. Deze tekst is van Melanie Plag. ©Babboes 2019

Foto: Pixabay