verhalenverteller Melanie Plag

Vouw-en-vertelverhaal

Zorg dat je een stapeltje krantenpagina’s klaar hebt liggen. Vertel het verhaal en volg de instructies tussen de vierkante haken.

 

[lees zogenaamd de krant]
Op een ochtend in de vakantie las ik in de krant dat het mooi weer zou worden. Perfect om te gaan wandelen in … de bergen!
[vouw krant diagonaal dubbel: 2 bergpieken]

 

Bergen

Ik pakte mijn rugzak in en ging op pad.
De zon scheen lekker en het werd warm. Misschien zelfs een beetje té warm. Ik had een hoed nodig anders kreeg ik nog een zonnesteek!
[vouw een hoedje van een krant en zet hem op] 

Hoedje 4

Dat was beter. Maar na een tijdje kreeg ik wel dorst door die hete zon. Ik was vergeten iets te drinken mee te nemen. Maar gelukkig hoorde ik in de verte een bergbeekje kabbelen. Na een paar minuten had ik het gevonden. Lekker fris, stromend water. Een bekertje zou wel handig zijn…
[Vouw een beker. Je kunt er zelfs voorzichtig een beetje water in schenken! Maar laat hem droog als je hem verderop nog gebruikt.]

Beker 7

Na het beekje ging het pad steil omhoog. Gelukkig vond ik een stok, die het makkelijker maakte om te klimmen.
[rol een pagina op]
Het duurde niet lang voordat ik op de top van de berg stond. Wat een prachtig uitzicht! Met mijn verrekijker keek ik om me heen.
[gebruik de rol nu als verrekijker]
In het dal aan de andere kant van de berg zag ik een meertje. Dat leek me een mooie plek om naartoe te gaan.

Bergaf ging een stuk sneller dan bergop, dus ik het duurde niet lang voordat ik bij het meertje was. Ik had honger gekregen van de wandeling. Misschien kon ik wel een visje vangen? [trek voorzichtig het binnenste uit je wandelstok/verrekijker zodat hij langer en dunner wordt]

Voor vissen moet je altijd geduld hebben. Soms duurt het lang voordat je beet hebt.
[vraag een kind je hengel even vast te houden en vouw ondertussen een vis van een ander vel]

Vis 6

Há, hebbes! Ik leg hem even in een emmer.
[Laat vis zien, leg hem (dubbelgevouwen)in de eerder gevouwen beker - nu een emmer dus]

Ik maakte een vuurtje en bakte de vis voor het avondeten.
Na het eten begon de zon achter de bergen weg te zakken. Ik moest snel mijn tent opzetten voordat het helemaal donker werd.
[maak tentje van krantenvel - lukt dit niet, dan wordt je tent vervolgens slaapzak en slaap je onder de blote hemel]

Tent

Ik kroop in mijn slaapzak [leg krant over je heen] en viel in slaap. Ik heb nog nooit zo lekker geslapen als die avond!

 

Je kunt de tekst met uitgebreide vouwinstructies hier als PDF downloaden. 

N.B. Het eerste deel van het verhaal is geïnspireerd op  „Mountain Climbing” van  Hiroko Fujita in Stories to Play With.