verhalenverteller Melanie Plag

Een vertel- en tekenverhaal

1.
Sinterklaas zat aan zijn bureau. [teken bureau midden op het blad]
Het was de dag van de intocht. Vanochtend was hij in Nederland aangekomen. Hij had gezwaaid en handjes gegeven en hij had gepraat met de burgemeester. Maar nu zat hij eindelijk rustig in zijn werkkamer in het Pietenhuis. Nu kon hij rustig even in zijn grote boek opschrijven wat hij vandaag had gehoord over de Nederlandse kinderen. Maar... zijn boek lag niet op zijn bureau!

Sint zoekt boek1

2.
Niks aan de hand. Het boek lag vast gewoon bij zijn andere spullen in de kast. [teken kast boven het bureau]
Maar ook daar was geen boek. Wel pennen en potloden, zijn gum en zijn puntenslijper, zijn leesboek en een schrijfblok. Maar niet het dikke boek van Sinterklaas. Dat was vreemd. Hij was de enige die erin mocht lezen en schrijven. Waar kon het dan zijn?

Sint zoekt boek2

3.
Sinterklaas pakte zijn telefoon. [teken telefoon onder bureau]
Hij drukte het nummer van Hoofdpiet. Die wist vast wel waar zijn boek was. Hoofdpiet wist altijd alles.
"Hallo, Hoofdpiet, weet jij toevallig waar mijn boek is gebleven? (...) Nee, hét boek: het grote boek, waarin ik alles opschrijf over de kinderen. (...) In de pakjeskamer, zeg je? Ik zal eens kijken."

Sint zoekt boek3

4.
Hoofdpiet zei dat er wel vaker iets niet op zijn plek lag als ze net in het pietenhuis waren aangekomen. Misschien lag het boek dus wel in een andere kamer. Dus ging Sinterklaas naar de pakjeskamer. Hij ging naar beneden, de trap af. [teken trap van de 'kast' naar beneden]

Sint zoekt boek4

5.
In de pakjeskamer was het een drukte van jewelste. Een heleboel pieten waren er. En pakjes natuurlijk. [teken 1 of 2 pakjes naast de 'telefoon']
Maar het boek van Sinterklaas was nergens te zien. Sint dacht even na. Waar kon hij verder nog zoeken? Ach, de keuken!

Sint zoekt boek5

6, 7.
Door de lááánge gang liep Sinterklaas naar de keuken. [begin onderaan de 'trap' en teken een lange horizontale lijn]
Maar ook in de keuken vond Sinterklaas zijn boek niet. Er waren wel een hoop pieten aan het werk om speculaas te maken en chocoladeletters en... pepernoten. [teken een rij pepernoten onder de lijn]

Sint zoekt boek6

 

Sint zoekt boek7

8.
Maar van het boek was geen spoor te bekennen. Met een diepe zucht ging Sinterklaas weer terug naar zijn werkkamer, de trap op. [teken trap omhoog van het uiteinde van de lijn naar de 'kast'] Wáár was zijn boek?

Sint zoekt boek8

9.
Sinterklaas dacht nog eens diep na. Wanneer had hij het boek voor het laatst gebruikt? Ineens wist hij het! Snel liep hij zijn kamer uit, de trap weer af. [teken schuine lijn over de trap].

Sint zoekt boek9

10.
Daarna liep hij naar buiten. [teken schuine lijn tot onder de 'pepernoten'] Aan het eind van de straat de hoek om en dan de lange straat dwars door de stad. [teken horizontale lijn onder de 'pepernoten'] En dan aan het eind nog een keer de bocht om, tot hij bij het water was. [teken schuine lijn omhoog]

Sint zoekt boek10

11.
Daar lag zijn pakjesboot. Hij liep gauw de loopplank op [teken schuine lijn omhoog over de 'trap'] en naar binnen. In de kajuit vond hij zijn boek. Daar had hij het voor het laatst gebruikt! En nu nam Sinterklaas het gauw mee naar het Pietenhuis.

Sint zoekt boek11

Vertel het verhaal en teken tussendoor steeds een stukje op een groot vel papier. Als het verhaal is afgelopen, heb je een verrassende tekening!
De instructies voor het tekenen staan vetgedrukt in de tekst. Je kunt tekst en tekenvoorbeeld ook hier als PDF downloaden.

Tekst en tekeningen: Melanie Plag

© Babboes 2013