verhalenverteller Melanie Plag

Sinterklaas wordt wakker. Het is al licht. Meestal staat hij op als het nog donker is. Waarom heeft de hoofdpiet hem niet wakker gemaakt vandaag? Hij is toch niet ziek?
Hij gaat op de rand van zijn bed zitten en pakt het belletje waarmee hij de hoofdpiet altijd roept, wanneer hij hem nodig heeft. Hij belt en wacht, maar er gebeurt niets. De hoofdpiet komt niet, ook niet als hij nog een keer belt. Waar is zijn piet gebleven? Is hij soms weg?

Een beetje verbaasd en nog wat slaperig zit Sinterklaas op zijn bed. Dan valt het hem pas op hoe stil het is. Hij hoort helemaal geen voetstappen van pieten in de gang. Hij hoort ook geen geluiden uit de grote pietenkeuken, waar het meestal een kabaal van jewelste is. Hij hoort helemaal geen gelach en geschreeuw van zijn pieten. Er is alleen het geluid van de vogels buiten en het zachtjes tikken van zijn klok. Het lijkt wel of er helemaal geen pieten in de buurt zijn.

Langzaam staat Sinterklaas op. Hij moet zich aankleden. Dat gaat niet zo snel, nu de hoofdpiet er niet is om hem te helpen. Eerst een schone onderbroek natuurlijk en een hemd. En lange wollen kousen: want het is zo koud in Nederland! Moeizaam bukt de Sint om zelf zijn kousen zelf aan te trekken. Dat valt niet mee met zijn oude stijve rug. Daarna trekt hij zijn witte tabberd aan, dat gaat gelukkig een stuk gemakkelijker. Tenslotte nog zijn rode mantel. Toch vervelend dat Piet er niet is. De mantel is zwaar en zakt steeds scheef. Sinterklaas staat een hele tijd voor de spiegel te prutsen voordat hij eindelijk goed zit.
Zijn mijter en zijn schoenen laat hij nog even staan. Die heeft hij binnenshuis niet nodig. Hij schuift zijn sloffen aan zijn voeten en doet de deur van zijn slaapkamer open. Waar zijn de pieten?

De gang van het pietenhuis is leeg. Er is geen piet te zien. Behalve een paar achtergebleven pepernootjes op de grond is er geen spoor van ze te bekennen. Sinterklaas wordt nu toch wel ongerust en loopt zo snel als hij kan naar de keuken. Normaal zouden om deze tijd de pieten druk bezig moeten zijn met het bakken van pepernoten, speculaas en taaitaai, maar hij ruikt nog niets. Wanneer hij de deur open doet ziet hij dat de keuken leeg is en dat alle ovens nog uit staan . Sinterklaas zucht en strijkt met zijn hand door zijn nog warrige baard. Wat is er toch aan de hand?

Dan valt zijn oog op een stuk papier, dat op de lange keukentafel ligt. Zo te zien is het een brief: "Beste Sint," staat er bovenaan. Sinterklaas krijgt veel brieven van kinderen, maar deze brief is niet geschreven door een kind, maar door zijn eigen pieten!

"Beste Sint,

Het hele jaar door werken we hard om van uw verjaardag een mooi feest te maken. We gaan midden in de nacht op pad om de schoenen van kinderen te vullen en verlanglijstjes te verzamelen. We bakken miljoenen pepernoten en maken kilo's marsepein. We kopen bergen speelgoed en pakken het allemaal mooi in. We doen kunstjes en luisteren eindeloos naar steeds maar weer dezelfde Sinterklaasliedjes.

Maar nu hebben we er genoeg van. Wij willen zelf ook wel eens cadeautjes krijgen, in plaats van altijd maar alles weg te geven. We vinden het niet leuk meer. We stoppen met werken en doen voortaan alleen nog maar leuke dingen. Vandaag gaan we zwemmen en morgen gaan we naar een pretpark. De dag daarna gaan we weer iets anders doen, dat we leuk vinden.

Groetjes van al uw Pieten"

Sinterklaas zijn mond valt open van verbazing. Alleen nog maar leuke dingen?! Wat is dat nou voor onzin? Die verdraaide pieten... dat kan toch helemaal niet? Het is bijna pakjesavond! Hij kan nooit al het werk in zijn eentje doen. Hoe moet dat nou met de cadeautjes voor al die Nederlandse kinderen?
Hij krabt eens op zijn hoofd en denkt diep na. Dan beginnen zijn ogen plotseling te glimmen. Hij heeft een idee! Hij zal die rare pieten eens verrassen! Hij zal er vandaag heel hard voor moeten werken, maar als zijn plannetje lukt, dan willen de pieten hem morgen vast wel weer helpen.

Hij pakt iets te eten uit de keukenkast, trekt zijn schoenen aan, zet zijn mijter op en gaat naar de stal van Amerigo, zijn paard. Hij is van plan om de stad in te rijden om cadeautjes te kopen, maar dat gaat niet zo maar: alle pieten zijn weg, dus óók zijn paardenpiet! Amerigo staat al ongeduldig te wachten. Voordat Sinterklaas weg kan, zal hij hem moeten verzorgen. Hij borstelt zijn manen en geeft hem een paar wortels en wat haver te eten. Hij vult een emmer met water om te drinken. Poeh, dat is zwaar werk! Tenslotte tilt hij het zadel op de rug van de schimmel en klimt erop. Dat is niet eens zo gemakkelijk, zonder hulp van een piet, maar het lukt. Nu kan hij eindelijk op pad.

Maar welke kant moet hij eigenlijk op? Is het centrum nou linksaf or rechtsaf als hij de poort uitrijdt? O, was Wegwijspiet er maar bij! Op goed geluk slaat Sinterklaas linksaf en volgt de weg. Het wordt steeds drukker op straat en er komen ook steeds meer winkels. Het lijkt erop dat hij de goede richting heeft gekozen.
Als het drukker wordt, komen er steeds vaker kinderen naar hem toe. Hij kan ze natuurlijk niet zomaar laten staan. Hij schudt hun handjes en zwaait. Hij luistert naar de liedjes. Maar hij heeft geen pepernoten bij zich om uit te delen: daar zorgen zijn pieten immers altijd voor. Hij vindt het wel een beetje zielig voor de kinderen: ze zullen het wel vreemd vinden dat ze niks krijgen.

Stapje voor stapje loopt Amerigo verder en gelukkig ziet Sinterklaas al gauw een speelgoedwinkel. Voorzichtig laat hij zich van de rug van Amerigo afglijden en bindt de teugels vast aan een lantaarnpaal. "Blijf maar even rustig staan," fluistert hij in zijn oor en gaat de winkel binnen.
In de winkel begrijpen ze dat Sinterklaas niet zomaar komt. Als hij zèlf naar de winkel komt, en dan ook nog zonder pieten, dan is er vast iets bijzonders aan de hand. Hij wordt gelijk geholpen, door de baas van de winkel, en die schrijft precies op wat Sinterklaas nodig heeft. "Is goed Sinterklaas. Ik ga het gelijk in orde maken. U heeft het vanmiddag nog in huis. Dankuwel Sinterklaas. Maakt u zich maar geen zorgen, het komt goed."
Als alles goed is afgesproken, gaat Sinterklaas met een glimlach op zijn gezicht terug naar huis.

Terug in het pietenhuis is er werk aan de winkel: er moeten pepernoten gebakken worden. Sinterklaas doet een schort voor en gaat aan de slag. Gelukkig heeft de Keukenpiet alle recepten keurig opgeschreven en kan hij lezen wat hij moet doen, want anders was het nooit gelukt!
Eerst maakt hij deeg van meel, boter, suiker en kruiden. Daarna moet hij het flink kneden. Zijn handen doen er pijn van. Hij is helemaal niet gewend om zo hard te werken met zijn handen. Daarna maakt hij van het deeg klein balletjes en legt ze één voor één op de bakplaat. Dat is tenminste niet zo zwaar, maar wat zijn het er ontzettend veel! Sinterklaas is blij dat zijn pieten normaal al dit werk doen.
Wanneer de pepernoten uit de oven komen, ruikt het heerlijk. Sinterklaas kan het niet laten om er van te snoepen, maar de rest verdeelt hij keurig in kleine zakjes en op ieder zakje schrijft hij de naam van een piet.

Dan stopt er een vrachtwagen op de oprijlaan en wordt er aangebeld. Het is de bestelling van de speelgoedwinkel. Even later staan er dozen vol ballen, kegels, ringen, springtouwen en allerlei acrobatiekspullen in de gang. Eén voor één schuift Sinterklaas ze naar de inpakkamer en gaat aan de slag.
In het begin gaat het inpakken moeilijk. Het papier is dan weer te groot en dan weer te klein. Het plakband blijft steeds aan zijn vingers plakken, in plaats van aan het papier. Of net als hij denkt dat hij een pakje klaar heeft, scheurt het papier en kan hij opnieuw beginnen. Maar hoe meer cadeautjes hij inpakt, hoe beter het gaat.
Urenlang werkt de Sint door. Meters pakpapier en plakband gaan er op. Het wordt al donker en hij vergeet zelfs te eten. Maar dan is er geen speelgoed meer over en ligt er alleen nog een hele berg pakjes voor hem. Eindelijk klaar!

Nog maar één ding staat hem te doen. Hij stopt de pakjes die hij gemaakt heeft in een zak en loopt ermee naar de slaapkamer van de pieten. Op ieder bed legt hij een cadeautje en een zakje pepernoten. Hij moet opschieten, want hij weet niet wanneer de pieten terug komen. "Ze zouden toch wel terug komen?" denkt Sinterklaas. "Ja... vast wel. En dan wacht er een mooie verrassing op ze." Hij glimlacht.

Wanneer alle pakjes zijn verdeeld sloft Sinterklaas terug naar zijn eigen kamer. Zijn oude botten kraken en zijn spieren doen pijn. Hij heeft zo hard gewerkt vandaag, daar kan zijn oude lijf helemaal niet meer tegen. Met een zucht ploft hij op zijn bed en valt gelijk in een diepe slaap.

Sinterklaas merkt helemaal niets, wanneer pas uren later de pieten thuis komen. Ze hebben de hele dag in het zwembad gespetterd. Daarna hebben ze lekker pizza gegeten in een restaurant en tot slot zijn ze nog gaan dansen in de disco tot midden in de nacht. Het was een dolle boel en nu zijn ze net zo moe als na een dag werken. Ze willen het liefst gelijk hun bed in.
Maar wat is dat? Er liggen allemaal pakjes in hun bed! Waar komen die vandaan? Zijn het de pakjes voor de kinderen? Maar nee, al gauw zien ze dat hun eigen namen op het pakje geschreven staat, in het mooie handschrift van Sinterklaas zelf. Krijgen zij een cadeautje van Sinterklaas? Ze kunnen hun ogen haast niet geloven.

De hoofdpiet sluipt ondertussen naar de kamer van Sinterklaas en ziet hoe Sint met zijn kleren aan op het bed in slaap is gevallen. Hij begrijpt dat Sinterklaas doodmoe was van al het werk dat hij heeft gedaan om de pieten te verrassen: hij heeft immers alles zelf gedaan! Die arme oude man. Dat kunnen ze niet nog een keer laten gebeuren. Hij besluit dat de pieten morgen maar gewoon weer aan het werk moeten, zodat de cadeautjes voor de kinderen op tijd klaar zijn voor de pakjesavond.

En zo gebeurt het. Alle pieten zijn zo blij met het onverwachte cadeautje, dat ze de volgende dag met veel plezier weer aan het werk gaan. Maar Sinterklaas heeft zijn lesje ook geleerd. Vanaf die dag geeft hij de pieten wat vaker een dagje vrij en soms krijgen ze een kleine verrassing. En zo komt het, dat ieder jaar weer, alle pakjes weer precies op tijd voor pakjesavond klaar staan voor alle kinderen in Nederland.

Sint pakt in

 

Tekst en illustratie: Melanie Plag
© Babboes 2010